In mei het weer zover: het Eurovisie Songfestival! De 67ste editie van het EK Zingen vindt plaats in het Britse Liverpool. Eigenlijk had Oekraïne het festival moeten huisvesten, maar dat bleek door de voortdurende oorlog geen optie. Het Verenigd Koninkrijk, dat na een lange periode van malaise dit jaar ineens als tweede eindigt, mag daarom voor het eerst in 25 jaar het songfestival organiseren. De komende maanden zullen de diverse deelnemende hun inzendingen presenteren. Wij laten ze hier stuk voor stuk de revue laten passeren en vinden er wat van.
Door Jeroen Bootsman – Een vraag die vaak gesteld wordt, is waarom Israël als niet-Europees land mag meedoen aan het Eurovisie Songfestival. Het antwoord is simpel: elk land waar ook ter wereld dat is aangesloten bij de European Broadcasting Union heeft recht op deelname. Omdat Australië, en tot enkele jaren terug, ook Turkije meededen, kun je je afvragen in hoeverre de naam van de show de lading nog dekt. Het mag de pret niet drukken, want Israël presteert bovengemiddeld op het festival en de tot dusver vier overwinningen spreken stuk voor stuk nog altijd tot de verbeelding. Hallelujah en Diva zijn onderhand uitgegroeid tot songfestivalklassiekers.
Er zijn ook mindere jaren geweest. Israël werd ooit viermaal op rij uitgeschakeld in de halve finale. In de jaren negentig ging het festival een paar keer aan Israël voorbij vanwege teleurstellende resultaten de jaren ervoor. En drie keer koos het land er zelf voor om thuis te blijven omdat het festival plaatsvond op een nationale gedenkdag. Sinds de verpletterende winst van zangeres Netta Barzilai (voor eeuwig in de Eurovisie-eregalerij bijgezet als zingende kip) met Toy in 2018, lijkt Israël wat aan te modderen met achtereenvolgens een 23ste en een zeventiende plaats en opnieuw uitschakeling in de halve finale als resultaten.
Israël
Noa Kirel – Unicorn
Israël tapt dit jaar duidelijk uit het spektakelvaatje. Bombastisch gedreun gelardeerd met aanzwellende violen en gelikte dansmoves verhullen dat dit nummer muzikaal en tekstueel (I’m gonna stand here like a unicorn, out here on my own) geen hoogvlieger is. Maar het moet gezegd: het songfestival staat of valt met afwisseling tussen ingetogen acts en uptempo bombarie. Noa kiest opzichtig voor dat laatste en ze slaat er zich met verve doorheen.